–
‘Wie denkt dat de persoon op de een of andere manier verdwijnt bij verlichting, zit ernaast.’
‘Wie denkt dat de persoon op de een of andere manier verdwijnt bij verlichting, zit ernaast.’
Dennis Waite was ongeveer zeven jaar oud, toen hij besloot niet meer naar de zondagsschool te gaan. Als er een God is, dan is hij niet in de hemel, maar moet hij overal zijn, meende hij. Een actieve zoeker werd de Engelsman rond zijn twintigste. Hij was er inmiddels van overtuigd dat hij niet blijvend gelukkig zou worden door het najagen van werelds succes.
Dennis bezocht de School of Economic Science (SES) in Londen, omdat zij een cursus filosofie aanboden. Daar hoopte hij antwoorden te vinden. Maar na enkele jaren verliet hij de school omdat hij de invloed van de leer van Ouspensky te groot vond. Dennis trouwde, kreeg een kind, scheidde en trouwde opnieuw. Halverwege de jaren 1980 keerde hij terug naar de SES, waar het onderricht nu veel meer gebaseerd was op de advaita vedanta. Hij bleef tot 1998 aan de school verbonden, waarvan hij de laatste jaren ook zelf les gaf. De advaita vedanta heeft hem sindsdien nooit meer losgelaten.
Dennis’ website is inmiddels uitgegroeid tot een van de meest bezochte en gerespecteerde websites over de advaita vedanta. Door het vele lezen en schrijven aan de teksten voor de site, verdiepte Dennis’ inzicht zich steeds verder. Na een aantal jaar besefte hij dat hij helemaal geen vragen meer had. Dennis: ‘Van de vragen in het Q&A-gedeelte op de website, was er geen één die ik niet beantwoorden kon. Tenminste, voor mezelf, wat niet wil zeggen dat mijn antwoorden ook voor anderen bevredigend zijn.’
Dennis Waite woont in het Engelse Bournemouth. Zijn website is voor iedere geïnteresseerde een grote bron van informatie en geeft een goed historisch en overzicht van de advaita vedanta door de eeuwen heen. Ook legt hij veel begrippen inhoudelijk in heldere taal uit.
‘Wie denkt dat de persoon op de een of andere manier verdwijnt bij verlichting, zit ernaast. De persoon blijft tot de dood van het lichaam bestaan. Mijn menselijke tekortkomingen zijn er nog altijd. “Ik” ben niet speciaal. In werkelijkheid ben ik wie jij in werkelijkheid bent.’
Boeken