Hoogbegaafd, nou en?
Ontdekboek over hoogbegaafdheid
Wat is dat nu precies, hoogbegaafd zijn? Wanneer ben je dan hoogbegaafd? En moet je daar dan iets mee? Dit boek geeft antwoorden op deze en nog veel meer vragen over hoogbegaafdheid. En vooral over hoe dat nu voor jou voelt, zeker als je de uitzondering in de klas of je omgeving bent. Want soms kan het best lastig zijn dat je hoogbegaafd bent. Soms ook leuk. In ieder geval ben je in een aantal opzichten gewoon anders dan andere, ‘gemiddeld’ begaafde kinderen. Dat ‘anders zijn’ ervaar je misschien wel elke dag.
Als ervaren adviseur en therapeut van hoogbegaafde kinderen verheldert Lammers van Toorenburg, theoretisch en praktisch, hoe hoogbegaafde kinderen de wereld om zich heen kunnen ervaren. Daarbij spreekt ze de kinderen persoonlijk aan en gebruikt hun eigen taal.
Waar de meeste boeken over hoogbegaafdheid zich richten op de ouders, richt dit boek zich juist op de kinderen. De auteur, zelf moeder van een hoogbegaafde zoon, probeert stap voor stap in begrijpelijke taal de kenmerken van hoogbegaafdheid uit te leggen.
Specifieke onderwerpen die besproken worden zijn: je ‘anders’ of eenzaam voelen, onderpresteren, verveling op school, pesten, aanpassen, leerstijlen. Ze laat zien hoe deze problemen kunnen ontstaan en reikt volop manieren aan om daar mee om te gaan.
Dit boek is geschikt voor kinderen van 5 tot 99 jaar. Het bevat ruim 100 illustraties van Erica Ringelberg.
‘Herkenbaar en goed geschreven boek. Leest lekker weg. Dit is ook goed te begrijpen door kinderen.’
Lezersreactie op bol.com
‘Deze schrijfster heeft hoogbegaafdheid écht begrepen en biedt hoogbegaafde kids in dit boek korte stukken tekst, concrete voorbeelden, veel animaties en humor aan om een duidelijke uitleg over hoogbegaafdheid te geven. Perfect aansluitend op de manier waarop hoogbegaafden “denken” en “leren”. Ook zet dit boek je kind aan tot zelfreflectie. Niet alleen voorgekauwde feitenkennis maar persoonlijke vragen die stof tot nadenken geeft. Het is een aanrader om dit boek samen met je kind te lezen. Het geeft een goede aanzet voor verbindende gesprekken over het leven met hoogbegaafdheid.’
Lezersreactie op bol.com
Uit het boek:
Vaak is het zo dat juffen en meesters (en ouders soms ook!) het al gauw over een vriendje of vriendinnetje hebben, terwijl ‘klasgenoot’ eigenlijk een beter passend woord zou zijn.
Veel hoogbegaafde kinderen weten heel goed met wie uit de klas ze iets goed samen kunnen doen.
Dat je bijvoorbeeld het beste met Jan in de zandbak kunt spelen. En dat je met Paula goed samen kunt rekenen. En met Niek samen kun je heel goed een spel doen. En een werkstuk maken kun je het beste samen met Eva doen.
Maar dan zijn het nog geen vrienden! Wel kinderen waarmee je goed een bepaald werkje, klusje of spelletje samen kunt doen.
En dat is iets anders dan een ECHTE vriend of een ECHTE vriendin.
De kans dat je een echte vriend of vriendin vindt is wat groter als je bijvoorbeeld meedoet met activiteiten van een vereniging voor hoogbegaafde kinderen.
Trouwens, hoogbegaafdheid is behoorlijk erfelijk. Dat betekent dat je ouders, broertjes en/of zusjes, opa’s en oma’s, neven en nichten vaak ook hoogbegaafd zullen zijn.
En dat is weer mooi makkelijk, zoveel hoogbegaafden om je heen!
Maar, je moet wel weten dat ze het niet altijd van zichzelf weten of beseffen… En ze dus tegen dezelfde dingen als jij kunnen aanlopen. Ook je ouders.
‘Er zijn inmiddels al heel wat boeken verschenen over hoogbegaafde kinderen, maar dit boek is voor hoogbegaafde kinderen. Ze kunnen het namelijk zelf lezen én er zelf mee aan de slag gaan, er worden o.a. opdrachtjes gegeven en er kunnen lijsten aangekruist worden.
Dankzij een mooie wisselwerking tussen illustraties en tekst wordt heel duidelijk gemaakt wat het verschil tussen intelligentie en hoogbegaafd zijn is, hoeveel hoogbegaafde kinderen er zijn, hoe een intelligentieonderzoek verloopt en wat hoogbegaafd zijn eigenlijk inhoudt. Het kind wordt direct actief betrokken bij de tekst doordat er vragen gesteld worden die ik in het boek kunt invullen.’
uit de recensie op Leestafel.info – oktober 2020
‘Vrij omvangrijke (her)uitgave waarin op uitgebreide wijze wordt ingegaan op het fenomeen hoogbegaafdheid. De auteur (ervaringsdeskundige) spreekt in haar boek het hoogbegaafde kind rechtstreeks aan. Zij doet dat in meestal begrijpelijke taal, kernachtig, met aandacht voor inhoud, gevoelens, zelfonderzoek, reflectievragen en biedt tal van handreikingen om te leren dealen met de eigen, specifieke vorm van hoogbegaafdheid. Hoewel specialistisch is het ook een lees-, kijk- en doeboek. Bij de tekst (in grote letters) staat meestal een paginagrote digitale kleurenprent die veelal een knipoog bevat. De uitkomst van haar aanpak is dat hoogbegaafden oefenen en leren om over hun vermogen te praten met (begeleidende) anderen, voor zichzelf op te komen en zichzelf, door middel van het in coöperatie maken van gepaste aanpassingen, in leer- en ontwikkelingsprocessen beter kunnen redden. Seperaat verscheen een werkboek*. Voor veel kinderen is de tekst wel erg omvangrijk om door te nemen. Aangezien inzichten veranderen, onderzoeken worden gereviseerd enz. is deze heruitgave qua inhoud geheel herzien en aangepast. Krachtig boek, met signaallijsten en overzicht van organisaties. Te gebruiken op o.a. school met/door kinderen vanaf ca. 6 jaar, zelfstandig vanaf ca. 10 jaar. *wordt niet op a.i. aangeboden. Deze qua inhoud geactualiseerde uitgave bevat enkele invulopdrachten.’
Mart Seerden november 2020
NDB Biblion publiceert aanschafinformaties (korte besprekingen) over recent verschenen boeken.
Deze spelen een belangrijke rol bij de selectie in de Nederlandse openbare bibliotheken.